Humor ligt op de straat. Of in het geval van cabaretier Klaas Prins: bij de Action. De kapstok van de voorstelling ‘Maar nog niet helemaal’ (die Prins 16 maart speelt in Theater ‘t Web in Bleiswijk) is de vreemde vraag die een dame hem afgelopen jaar stelde in een vestiging van de outlet-winkel. “Het antwoord op die vraag? Die vertel ik tijdens de voorstelling.”
De in Amersfoort geboren Klaas Prins wilde altijd wel ‘iets’ doen op het podium. Maar door het toeval belandde hij in het circuit van standup comedians en cabaretiers. “Anders was ik misschien wel een musicalsterretje geworden, net als Jamai. Wie zal het zeggen?”
Maar hij werd dus cabaretier. “Op mijn zeventiende trad ik met een vriend op, maar dat was geen succes. Een paar jaar later vroeg hij of ik mee wilde doen aan een cabaretfestival in Arnhem, als duo. Maar twee weken voor het festival zei die vriend af wegens een bruiloft. Ik dacht: laat ik dan maar in mijn eentje gaan. En dat beviel goed: Er werd hard gelachen. Dus besloot ik maar door te gaan.”
Ben je gelukkig?
Dat was zes jaar geleden. Sindsdien deed hij try-outs op verschillende podia in het land. Hij won de publieksprijs op het Leeuwarder Cabaret festival en haalde de finale van het Amsterdams Studenten Cabaret Festival. En al die inspanning leidde uiteindelijk tot een eigen avondvullende voorstelling: ‘Maar nog niet helemaal’.
Centraal in die voorstelling staat een vraag die Klaas Prins kreeg toen hij bij een Action-vestiging kwam. “Een dame stapte op me af en vroeg: ‘Ben je gelukkig?’ Dat vond ik best een mooie vraag maar op een vreemde plek… En het antwoord op die vraag? Die vertel ik tijdens de voorstelling.”
Zijn humor wordt omschreven als absurd. “Toen ik begon, wilde ik opJochem Myjer lijken. Maar toen concludeerde ik: daar is er al één van, dus laat ik maar mijn eigen vorm zoeken. Dat is een combinatie van absurde humor en verhalen van de tijdsgeest, aangevuld met zelfgeschreven muziek.”
Zeven kleuren schijt
Klaas Prins try-out sinds afgelopen jaar door het land met zijn eerste voorstelling. “Ik vind het nog steeds doodeng. Ik schijt zeven kleuren. Maar tegelijk is het tof: al die mensen die speciaal voor jou een kaartje kopen. En daarbij: die spanning heb ik ook nodig om goed op te kunnen treden.”
Hij hoopt in de toekomst het optreden te kunnen blijven combineren met ander werk. Zo schreef hij mee aan verschillende tv-programma’s, zoals Beste Kijker, First Dates en Hufterproef (waar hij ook in te zien was).
Kaarten