Dichter des Vaderlands
Ester Naomi Perquin
Perquin groeide op in Zierikzee en woont in Rotterdam. In 2006 studeerde ze af aan de AmsterdamseSchrijversvakschool met als hoofdrichting poëzie. Ze was gevangenbewaarder om haar studie te bekostigen. Ze publiceerde gedichten in de literaire tijdschriften De Tweede Ronde en Tirade. Van laatstgenoemd blad was ze van 2008 tot 2013 redacteur. Perquin was tot april 2014 columnist voor de Groene Amsterdammer en schreef radioverhalen voor VPRO’s De Avonden. Daarnaast leverde Perquin bijdragen aan onder meer De Gids, Trouw en NRC Handelsblad. Op Gedichtendag 2011 werd ze voor twee jaar benoemd tot Stadsdichter van Rotterdam.
In 2007 debuteerde ze met de dichtbundel Servetten halfstok, waarvoor ze de Debuutprijs van het tijdschrift Het Liegend Konijn ontving. Als gevolg daarvan werd de bundel vertaald in het Engels, Frans en Duits. Één gedicht werd vertaald in alle 23 officiële talen van de Europese Unie. Ze won met deze bundel ook de 4e Eline van Haarenprijs 2008 voor de beste bundel van een dichteres tot 35 jaar. Tevens werd ze genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2007 en de Jo Peters Poëzieprijs 2008.
In 2009 verscheen Perquins tweede dichtbundel Namens de ander, die bekroond werd met de Jo Peters Poëzieprijs 2010, de J.C. Bloem-poëzieprijs 2011 (een tweejaarlijkse prijs voor de tweede bundel van een dichter, groot € 2500,-) en genomineerd voor de Hugues C. Pernath-prijs 2009. Voor haar beide eerste bundels won Perquin de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2009 en ze ontving in 2010 voor haar oeuvre de driejaarlijkse Anna Blaman Prijs voor schrijvers met een binding aan Rotterdam. Haar derde bundel Celinspecties verscheen in het voorjaar van 2012 en werd bekroond met de VSB Poëzieprijs 2013. In 2018 werd de Herman de Coninckprijs aan haar toegekend.
In 2017 werd ze voor twee jaar benoemd tot Dichter des Vaderlands als opvolgster van Anne Vegter.